Westerhûs Nijkleaster
De mensen van Nijkleaster droomden van een klooster.
Als pionierskerk verkennen ze in Jorwert en Hijlaard nieuwe manieren van geloofsbeleving. Westerhûs moest een plek worden om gastvrij te ontvangen en een bron te zijn van stilte, bezinning en verbinding. Een aantal kloosterlingen hebben er hun thuis.

Midden in de weilanden, net onder Leeuwarden, is die plek van verstilling gemaakt. Een pad door de weilanden leidt naar een groep gebouwen. En naar de horizon, want het landschap strekt ver. Wandelend langs schapen betreed je Westerhûs.

In het zoute, wispelturige kwelderlandschap maakte een kleine zoetwaterbron deze afgelegen plek eeuwen terug al leefbaar.
Ook toen vond een kleine gemeenschap op deze veilige terp stilte, bezinning en verbinding. Later werd Westerhûs een boerenerf, met duidelijke sporen van de eerste bewoners. Een prachtige plek voor een nieuw klooster.

De toevoeging van enkele eenvoudige bouwdelen transformeren de kop-hals-romp boerderij van Westerhûs tot dit nieuwe klooster. Ze richten zich naar binnen én zoeken de horizon rondom. In de nieuwe bebouwing zijn gastenkamers, kantoren en woningen voor de kloosterlingen te vinden.
Een bescheiden kloostergang hecht het oude aan het nieuwe. De kolommen zetten zich door onder de kap van de schuur. Ze voegen zich naar het ritme van de gebinten, geven rust boven en in het hoofd.

Gasten die een tijdje in Westerhûs verblijven, slapen in sobere maar warme kamers met weids zicht over het platteland. In de ochtend stappen ze de stille binnentuin tegemoet om in het ritme van de dag mee te gaan.


De woningen van de kloosterlingen hebben een eigen plek gevonden net los van de kloostergang. De hoge gevel van de rij huizen sluit het carré af. Aan de achterkant kijk je uit op eindeloze weilanden en luchten. Het ruwe metselwerk, de eenvoudige dakpannen, de houten kolommen en wanden: het geheel staat stevig, oogt vertrouwd.
De boerderij blijft het hart van Westerhûs. In de kop wordt gevierd, gestudeerd en gemediteerd. Het gebogen gewelf van de melkkelder vormt nu de kapel, stil worden gaat hier als vanzelf. In de hals worden dagelijkse zaken geregeld en in de schuur eten de kloosterlingen met hun gasten. Rondom scharrelen kippen, en groeien groenten, fruit en kruiden.

Wil je een frisse neus halen? Dan kun je naar de buitenkapel, en verder het land in. In de ronde
kuilsilo geven kloostermoppen uit oude Friese klooster ruggensteun. Want ook al is Nijkleaster aan
het pionieren, de bron blijft belangrijk.
